Geschiedenis

Vanaf Mozes (1400 v. Chr.) was Kabbalah een mondeling overgeleverde traditie. De overdracht vond plaats tussen de Rabbi’s van de Tempel. De Torah werd hardop gelezen en bestudeerd. Er werd gewerkt met rituelen en Goddelijke namen en heel lang was Kabbalah alleen voor ingewijden en niet voor het gewone volk. Na de verwoesting van de 2e Tempel in Jeruzalem (70 na Chr.) verspreiden de Joden zich over heel Europa, West-Azië en Noord-Afrika. We noemen dat de Diaspora. Vanaf dan vindt er, naast de oral tradition, ook op een andere manier overdracht plaats. Steeds weer zijn er Rabbi’s met een heldere geest die zich bezighouden met de Scriptures, met het Woord van God en zij beschrijven hun nieuwe inzichten en methoden in een Sepher (een boek). Vanaf dan worden er op allerlei plaatsen in Europa Sepharim, Kabbalistische boeken geschreven. De Kabbalah past zich aan, groeit mee met de tijdgeest en integreert nieuwe kennis en wetenschappelijke ontdekkingen. De Sepharim bleven vaak geheim, omdat de RK kerk in Rome geen andere religieuze uitingen toestond. Maar gelukkig heeft er altijd een ondergronds netwerk van uitwisseling van kennis bestaan. De Kabbalah is door de eeuwen heen gegroeid en het kennisveld is dus een joint venture van een groot aantal Rabbi’s, die zich allemaal bezighielden met dezelfde bron, het Woord van God, de Hebreeuwse taal.

Kabbalah is Gesamtkunst.

De Kabbalah past zich aan aan culturele veranderingen en het integreert nieuwe ideeën uit de wetenschap. Kabbalah groeit. Omdat steeds weer nieuwe mensen zich richten op Kabbalah (op het ontvangen), is Kabbalah altijd nieuw en in het moment. Deze website werkt vanuit deze inspiratie.